Met 13 stemmen heeft het pannenkoekenrestaurant gewonnen. De meeste stemmen gingen daarheen. We hebben met elkaar een woordweb gemaakt van het restaurant. We hebben een heleboel woorden bedacht. Deze woorden hebben we allemaal met elkaar besproken, wat doet een ober, wat is een menukaart, wat heeft de kok aan.
We hebben ook een restaurant in de klas. We hebben speciale kleding voor de kok, ober en de gasten. Bruine vouwblaadjes zijn de pannenkoeken. We hebben ook een oven geknutseld. Louis heeft een ovenrekje gemaakt.